Een strak gemaaid gazon ziet er prachtig uit, maar wist je dat té kort maaien je gras juist kan verzwakken? De lengte van je gras heeft meer invloed op de gezondheid van je gazon dan veel mensen denken. Hoe lang moet je het gras laten groeien voor een gezond, sterk en mooi veld?
De lengte waarop je het gras moet maaien is afhankelijk van het seizoen waarin je maait. In deze blog leg ik je uit waarom de juiste maaihoogte belangrijk is en hoe je deze het beste aanpast aan het seizoen en het gebruik van je gazon.
Waarom is de lengte van het gras belangrijk?
Gras is een levend gewas, en de lengte van de grassprieten heeft directe invloed op de wortelgroei, wateropname, weerstand tegen ziekten en het herstelvermogen. Kort gezegd: hoe langer het blad, hoe sterker de wortels. Als je gras consequent te kort maait, geef je het minder ruimte om energie op te nemen via fotosynthese. Gevolg: een verzwakt gazon dat sneller last heeft van mos, onkruid en kale plekken.
De ideale lengte van gras
Voor de meeste gazons geldt een ideale lengte van 3,5 tot 4,5 cm. Dit is lang genoeg om het gras sterk te houden, maar kort genoeg voor een strak uiterlijk. In sommige situaties – zoals schaduwrijke plekken of periodes van droogte – is het beter om het gras wat langer te laten, rond de 5 à 6 cm.
Als je een speelgazon hebt waar kinderen of huisdieren regelmatig op ravotten, mag het iets langer zijn, omdat dat beter bestand is tegen betreding. Bij siergazons wordt vaak iets korter gemaaid, maar nooit korter dan 3 cm.
Wanneer maai je korter, wanneer langer?
Er zijn verschillende situaties waarbij je het gras korter maait of juist iets langer laat bij het maaien.
In het voorjaar: Tijdens het voorjaarsonderhoud kun je zodra het gras weer begint te groeien (meestal vanaf maart of april) het langzaam wat korter gaan maaien. Begin voorzichtig en stel je maaier eerst in op 5 cm. Naarmate het groeiseizoen vordert, kun je geleidelijk teruggaan naar 4 cm.
In de zomer: Bij warm en droog weer is het slim om het gras iets langer te laten (4,5 tot 6 cm). Langer gras verdampt minder vocht, beschermt de bodem tegen uitdroging en helpt onkruid tegen te gaan.
In het najaar: Bij het winterklaar maken van het gazon, zo vlak voor de winterstop kun je het gras een laatste keer maaien, iets korter dan normaal – rond de 3,5 cm. Zo voorkom je dat het platgedrukt wordt onder herfstbladeren of sneeuw, maar blijft het nog sterk genoeg om de winter door te komen.
In de schaduw: Op plekken waar minder zonlicht komt, groeit gras langzamer. Laat het hier wat langer (rond de 5–6 cm), zodat het meer bladoppervlak heeft om zonlicht op te vangen.
De 1/3-regel
Een handige vuistregel is: maai nooit meer dan 1/3 van de lengte van het gras in één keer af. Als je gras bijvoorbeeld 6 cm lang is, maai je het maximaal tot 4 cm. Zo voorkom je stress voor het gras en blijft het gezond.
Wat gebeurt er als je te kort maait?
Te kort maaien, ook wel scalperen genoemd, is een veelgemaakte fout. Het maakt je gras kwetsbaar voor:
- Verdroging
- Verbranding door zon
- Onkruidgroei
- Slechte wortelontwikkeling
- Slecht herstel na betreding of droogte
Je gazon ziet er dan misschien even netjes uit, maar het verzwakt op de lange termijn.
Hoe lang je het gras moet laten groeien hangt af van het seizoen, de ligging van je gazon en hoe intensief het wordt gebruikt. Over het algemeen is 4 cm een goede richtlijn. Houd het in de zomer wat langer, en in het najaar iets korter. En misschien wel het belangrijkste: maai regelmatig, maar voorzichtig. Zo blijft je gazon sterk, dicht en gezond – het hele jaar door.
