Een mooi gazon lijkt simpel: een beetje maaien, hier en daar wat water en klaar. Toch loopt het bij veel mensen anders. Gele plekken, mos, kale stroken of een doffe uitstraling zijn vaak het gevolg van onbedoelde fouten. Gelukkig zijn die veelgemaakte fouten bij het gazononderhoud vrij makkelijk te voorkomen als je weet waar je op moet letten.
Het gazononderhoud wordt voor veel mensen een routine. Het zou zonde zijn als hier een foutje in sluipt die je vervolgens keer op keer herhaalt. In deze blogpost leer je alles over veelgemaakte fouten bij gazononderhoud én hoe je ze voorkomt.
1. Het gras te kort maaien
Dit is veruit de meest voorkomende fout in het gazononderhoud. Veel mensen denken dat je door kort te maaien minder vaak hoeft te maaien. Klinkt logisch, maar je beschadigt hiermee juist het gras. Te kort maaien verzwakt de plant, maakt het gazon gevoeliger voor droogte, mos en onkruid en remt de wortelgroei.
Tip: Houd een minimale maaihoogte aan van 3,5 tot 4,5 cm en maai nooit meer dan 1/3 van de grasspriet in één keer af.
2. Onregelmatig maaien
Wekenlang niet maaien en dan ineens alles in één keer: dat werkt niet. Het gras raakt gestrest en herstelt langzamer. Regelmatig maaien zorgt juist voor een dichte, sterke grasmat.
Advies: Maai tijdens het groeiseizoen minstens één keer per week. In de herfst en winter is eens per twee à drie weken vaak voldoende (of helemaal niet).
3. Verkeerd of geen bemesting
Het bemesten is ook een van de meest voorkomende fouten bij gazononderhoud. Gras heeft voedingsstoffen nodig om gezond te blijven. Zonder bemesting wordt het flets, groeit het slecht en raakt het sneller overwoekerd door mos of onkruid. Anderzijds kan je ook te veel of op het verkeerde moment bemesten, wat zorgt voor verbranding of groeipieken.
Oplossing: Bemest je gazon drie keer per jaar: in het voorjaar, begin zomer en najaar. Gebruik het liefst organische meststoffen die langzaam vrijkomen.
4. Onvoldoende water geven (of juist te veel)
Ook het onjuist sproeien is een van de meest voorkomende fouten als we gaan kijken naar het gazononderhoud. Te weinig water zorgt voor uitdroging en gele plekken. Te veel water leidt tot wortelrot of mosvorming. Vooral sproeien ‘om het sproeien’ is geen goed idee.
Goed om te weten:
Geef liever één of twee keer per week diep water dan elke dag een beetje. En sproei bij voorkeur ‘s ochtends vroeg.
5. Niet verticuteren
Door de jaren heen ontstaat een viltlaag van dode grasresten en mos. Als je die niet verwijdert, verstikt het gras langzaam en raakt de bodem verstopt.
Wat te doen?
Verticuteer je gazon in het voorjaar (en eventueel in het najaar) om mos en vilt te verwijderen. Na afloop kun je bijzaaien en bemesten.
6. Geen aandacht voor kale plekken
Een andere veelgemaakte fout in het gazononderhoud zijn kale plekken. Deze plekken laten liggen is vragen om problemen. Onkruid en mos maken hier snel gebruik van, waardoor het probleem groter wordt.
Actie:
Zaai kale plekken snel opnieuw in. Het voorjaar en het najaar zijn de beste momenten om dat te doen.
7. Geen rekening houden met schaduw of intensief gebruik
Niet elk stuk gras heeft dezelfde omstandigheden. In de schaduw groeit gras langzamer. Op plekken waar veel wordt gelopen of gespeeld, slijt het sneller. Als je hier niets mee doet, krijg je ongelijkmatige groei of kale zones.
Aanpak:
Gebruik schaduwgras voor donkere plekken en verstevig zones die intensief worden gebruikt (bijv. onder een schommel of bij een looproute). Onderhoud die stukken extra goed.
De meeste gazonproblemen zijn het gevolg van kleine veelgemaakte fouten bij het gazononderhoud die gelukkig wel makkelijk te voorkomen zijn. Door iets bewuster te maaien, water te geven, te bemesten en aandacht te besteden aan herstel, houd je je gras gezond en sterk. Zo geniet je het hele seizoen van een prachtig groen gazon.